zomaar een weetje

Kerstmis valt altijd op 25 december, maar Pasen valt niet altijd op dezelfde dag. Dat komt omdat bij de berekening van Pasen de stand van de maan toch een rol spelen.

Wij hebben nog steeds de Gregoriaanse kalender waardoor ons jaar is ingedeeld in 12 maanden met een vastgestelde lengte, afgesproken schrikkeljaren en met weken van zeven dagen. Daarover heb ik in de voorgaande afleveringen geschreven. Er zou nog veel meer van de kalendervorming te vertellen zijn, maar ik beperk me tot nog twee belangrijke punten: het tijdstip waarop het jaar begint en het verspringen van de datum van Pasen.

Wij beginnen het jaar op 1 januari, maar dat is niet altijd zo geweest. In de Bijbelse tijd viel “de kop van het jaar” (Rosj Hasjana) op 1 en 2 oktober. In mijn agenda staat dat het nieuw­jaar voor de Joden nu (in 2012) op 17 en 18 september valt. Het Romeinse jaar begon op 1 maart. In de Middeleeuwen was het gebruikelijk om de eerste dag van het jaar te vieren op Maria Boodschap, 25 maart. Maar dat was per land ook weer verschillend. In Duitsland was het de gewoonte om op het Kerstfeest met nieuwjaar te beginnen, en in Frankrijk op het Paasfeest. Heel lastig voor de geschiedschrijving, want het jaartal kon per gebied verschillen.

In de loop van de 16e eeuw werd het min of meer algemeen om in heel Europa 1 januari te nemen als begin van een nieuw jaar. Het had net zo goed Kerstmis, Pasen of een andere dag kunnen zijn. Dit relativeert de overgangen naar een volgend jaar en een volgend millennium.

Hoewel de stand van de maan geen enkele invloed meer had op onze Gregoriaanse kalender, want de omloop van de zon is als uitgangspunt genomen, is er indirect toch een invloed van de maan gebleven. Want naast de gewone kalender voor dagelijks gebruik en voor het bepalen van de oogst, bleef men voor religieuze handelingen en feesten uitgaan van een maankalender. Bij ons is dat nog merkbaar aan het heen en weer springen van de datum van Pasen. Pasen is de dag van de opstanding van Christus uit de dood.

Volgens de Christelijke kalender valt Pasen op de eerste zondag na volle maan na het begin van de lente. Daardoor kan Pasen op 34 verschillende datums vallen, en wel tussen 22 maart en 25 april. Nu is dat, om het ingewikkeld te maken, niet voor alle godsdiensten gelijk. Het Joodse Paasfeest valt “op de datum waarop het volle maan is in de maand waarvan de 14e dag, van de nieuwe maan af gere­kend, valt op of na de lente-equinox”. Heel ingewikkeld, maar daardoor komt het dat er op verschillende data Pasen wordt gevierd. En om het nog ingewikkelder te maken berekent de Oosters-orthodoxe kerk de datum van het Paasfeest weer op een andere manier, gebaseerd op de Juliaanse kalender en het moet vallen ná het Joodse Pesach. Daardoor valt het Christelijke Paasfeest soms samen met het Oosters-orthodoxe Paasfeest, maar meestal verschilt de datum. Dit jaar 2012 valt het Christelijk Paasfeest op 8 april en het Oosters-orthodoxe Paasfeest op 15 april.

Geen wonder dat er de afgelopen eeuwen pogingen zijn ondernomen om de kalender nog verder te hervormen, zodat ook de Paasdatum steeds op dezelfde dag zou vallen. In 1923 werd daarvoor door de Volkenbond een commissie ingesteld en datzelfde deden de Verenig­de Naties in 1956. Maar het lukte niet omdat de kerken in 1977 geen overeenstemming konden vinden over een vaste datum voor Pasen.

Gelukkig is er, ondanks alle onzekerheden met de kalender, een vaste datum voor het Kerst­feest (tenminste bij ons in het westen) en kunnen we dit altijd op 25 december vieren, zonder precies te weten of dat nu de dag is van de geboorte van Christus. Zo'n vaste datum heeft wel tot nadeel dat Kerstmis niet op een vaste dag in de week valt terwijl Pasen wel altijd op een zondag valt.

bron:artikelen.foobie