het lichaam van christus: de menselijke factor
Voor 61 na chr. en de openbaring van het geheim, had Israël haar eigen gemenebest en waren ze zonen van het verbond uit Ex. 19:5; Hand. 3:25; Rom. 9:4). De gelovigen uit de volkeren waren vervreemd van hun hemelse staatsburgerschap. Ze hadden alleen als gasten deel aan de beloften die god aan israel gedaan had. Ze waren schatplichtig: Rom. 15:27; Efe. 2:12.
Maar nu, na Efeze en de onthulling van het geheim, is er een nieuw burgerschap, namelijk van de hemel: Efe. 1:3; Fil. 3:20. De situatie is nu omgekeerd; het is vooral het gelovige deel uit de volkeren dat hier deel van uitmaakt, samen met een restant uit israel. In de geest worden ze deel van het lichaam van christus. De gelovigen uit de volkeren zijn niet langer gasten van israel en haar verbond maar mede burgers van de heiligen. Efe. 2:11-22.