Welkom op het forum van startpagina!

Dit forum staat op alleen-lezen. Je kan hier informatie zoeken en oude berichten terugvinden, maar geen nieuwe berichten plaatsen.

Meer informatie op bijbel.startpagina.nl

Geef ruimhartig aan uw broeder

  • Sietse 45

    Deuteronomium 15:7-11: Geef ruimhartig aan uw broeder

    Zou er in een van de steden in het land dat de HEER, uw God, u zal geven toch iemand uit uw eigen volk gebrek lijden, dan mag dat u niet koud laten. U mag uw hand niet op de zak houden, maar u moet diep in de buidel tasten en hem lenen zo veel als hij nodig heeft. Wees niet zo berekenend om bij uzelf te denken: Het zevende jaar, het jaar van de kwijtschelding, komt eraan – waardoor u zich afsluit voor de ellende van uw volksgenoot en hem met lege handen laat gaan. Als hij dan de HEER zijn nood klaagt om wat u hem hebt aangedaan, zal het u als zonde worden aangerekend. Geef hem dus ruimhartig en zonder spijt, en de HEER, uw God, zal u erom zegenen in alles wat u doet en onderneemt. Armen zullen er altijd zijn bij u. Daarom druk ik u op het hart om vrijgevig te zijn tegenover iedereen in uw land die in armoede leeft of er slecht aan toe is. (Deuteronomium 15:7-11)

    In het oude Israël beleefde men de onderlinge solidariteit onder het volk als een heel concrete uitdrukking van de relatie met God. Deze tekst uit het boek Deuteronomium illustreert dat heel goed: het gaat hier om de bereidheid om ‘ruimhartig te geven’ aan de arme, zoals je aan je eigen familie zou doen.

    Volgens de wet van Mozes moest het land om de zeven jaar één jaar braak blijven liggen. (Lev.25:4; zie ook Ex.23:10-11). Het ging hierbij om een religieus voorschrift, een ‘sabbat voor de aarde’. Het doel ervan was Israël eraan te herinneren dat de werkelijke landeigenaar de Heer zelf is. Maar deze wet, hoewel religieus bedoeld, had wel degelijk grote sociale consequenties. Het zevende jaar was namelijk tegelijkertijd een jaar van algemene kwijtschelding van schulden. (Dt.15:1). De schuldeisers, die terugschrokken voor de nadelige gevolgen van zo’n ‘algehele gelijkstelling’ voor hun eigen positie, waren daarom vaak erg terughoudend. Dit noemt de auteur ‘berekenende gedachten’ (v.9a). Zulke gedachten kunnen zelfs uitgroeien tot een echte zonde (v.9b), want ‘Wie een verschoppeling onderdrukt, beledigt zijn schepper’ (Spr.14:31). Daarentegen bewerkt een ruimhartige gave Gods zegen. (v.10).

    Het laatste vers van deze passage: ‘Armen zullen er altijd zijn bij u’ (v.11a), roept een uitspraak van Jezus in herinnering (zie Joh.12:8). De vaststelling dat armoede een blijvende realiteit is, klinkt misschien wat berustend, maar zet de centrale boodschap van deze tekst extra kracht bij: ‘Wees vrijgevig tegenover iedereen in uw land die in armoede leeft of er slecht aan toe is.’ (v. 11b). Als wij ons hart openen voor onze broeder of zuster in nood (zie 1 Joh.3:17), weerspiegelen wij in feite Gods liefde voor de mens.

    http://www.taize.fr/nl_article173.html?date=2011-09-22

  • eenzame man

    zucht, taize zijn kwakzalvers en deze boodschap was in de eerste plaats voor de joden. Niet dat wij er niet van kunnen leren natuurlijk.

    gr.

  • Sietse 45

    Zijn wel meer kwakzalvers die menen dat ze wat te verkondigen hebben.