Als mysticus branden we met een vuur van goddelijke liefde

dat Hij heeft aangestoken in ons hart.

Hij roept ons tot Zich en we antwoorden,

keren ons af van de wereld, keren ons af van ons ego,

naar het diepere mysterie, verborgen in het hart.

En we maken deze reis, deze offerande, omdat het Zijn wil is,

omdat Hij in ons hart heeft gekeken.

Iemand kwam bij Râbi’a en vroeg,

“ik heb vele zonden begaan; als ik mij berouwvol

naar God wend, zal Hij zich met erbarmen tot mij wenden?”

”Nee” antwoordde zij, ”eerst moet Hij naar jou kijken, dan

wend jij je tot Hem.”

Golden Sufi Center