Welkom op het forum van startpagina!

Dit forum staat op alleen-lezen. Je kan hier informatie zoeken en oude berichten terugvinden, maar geen nieuwe berichten plaatsen.

Meer informatie op bijbel.startpagina.nl

Oosten

  • samuel

    6 Voorwaar, Gij hebt uw volk, het huis van Jakob, verworpen, omdat het geheel beïnvloed is door het Oosten en toverij pleegt als de Filistijnen en samendoet met kinderen van buitenlanders. 7 Zijn land is vol zilver en goud en aan zijn schatten is geen einde; ook is zijn land vol paarden en aan zijn wagens is geen einde; 8 ook is zijn land vol afgoden: voor het werk van eigen handen, voor wat eigen vingers hebben gemaakt, buigt men zich neder. 9 Zo verlagen zich de mensen en vernederen de mannen zich. Vergeef het hun niet.

    Jesaja 2

    Zou hier een land zoals India mee bedoeld kunnen worden?

  • Alma

    Waar staat deze tekst? Welke vertaling gebruik je?

    Is best wel belangrijk om een goede reactie te geven

    groet

    Alma

  • samuel

    Alma Schreef:

    ——————————————————-

    > Waar staat deze tekst?

    Goede vraag Alma, deze tekst staat in de Bijbel in Jesaja 2 staat ook onder de tekst.

    Welke vertaling gebruik je?

    De NBG 1951

    >

    >

    > Is best wel belangrijk om een goede reactie te

    > geven

    Hoop dat ik je hiermee tegemoet ben gekomen.

    >

    > groet

    >

    > Alma

    groet,

    samuel

  • M*j*r**

    samuel Schreef:

    ——————————————————-

    > 6 Voorwaar, Gij hebt uw volk, het huis van Jakob,

    > verworpen, omdat het geheel beïnvloed is door het

    > Oosten en toverij pleegt als de Filistijnen en

    > samendoet met kinderen van buitenlanders. 7 Zijn

    > land is vol zilver en goud en aan zijn schatten is

    > geen einde; ook is zijn land vol paarden en aan

    > zijn wagens is geen einde; 8 ook is zijn land vol

    > afgoden: voor het werk van eigen handen, voor wat

    > eigen vingers hebben gemaakt, buigt men zich

    > neder. 9 Zo verlagen zich de mensen en vernederen

    > de mannen zich. Vergeef het hun niet.

    > Jesaja 2

    >

    > Zou hier een land zoals India mee bedoeld kunnen

    > worden?

    Nou, nee hoor. Gewoon hetzelfde Oosten als hieronder. Niet India of iets uit die omgeving.

    Gen. 10

    29 Ofir, Chawila en Jobab; deze allen waren de zonen van Joktan.

    30 En hun woonplaats strekte zich uit van Mesa in de richting van Sefar, het gebergte in het Oosten.

    31 Dit waren de zonen van Sem naar hun geslachten, naar hun talen, in hun landen, naar hun volken.

    Gen. 29

    1 En Jakob begaf zich op weg en ging naar het land der stammen van het Oosten

    Num. 23

    7 Toen hief hij zijn spreuk aan en zeide:

    Uit Aram voerde mij Balak, Moabs koning, uit de bergen van het Oosten:

    Kom, vervloek mij Jakob, en kom, verwens Israël.

  • perihelium

    samuel Schreef:

    ——————————————————-

    > 6 Voorwaar,

    In andere woorden: “werkelijk, heus, inderdaad, waarachtig, waarlijk, werkelijk, zeker”

    > Gij hebt uw volk, het huis van Jakob,

    > verworpen,

    SVKT: Hier wendt zich de profeet tot God, en hij doet een weeklacht over de Joden, die van God verstoten waren. De zin is: Maar waarom vermaan ik mijne landslieden tot het geloof aan Christus, dewijl het toch tevergeefs is; want, o Heere, Gij hebt besloten hen te verstoten.

    Het gaat hier over een deel van het volk van God; want de verharding is voor een deel over Israël gekomen (Rom 11:25)

    > omdat het geheel beïnvloed is door het

    > Oosten en toverij pleegt als de Filistijnen en

    > samendoet met kinderen van buitenlanders. 7 Zijn

    > land is vol zilver en goud en aan zijn schatten is

    > geen einde; ook is zijn land vol paarden en aan

    > zijn wagens is geen einde; 8 ook is zijn land vol

    > afgoden: voor het werk van eigen handen, voor wat

    > eigen vingers hebben gemaakt, buigt men zich

    > neder. 9 Zo verlagen zich de mensen en vernederen

    > de mannen zich. Vergeef het hun niet.

    > Jesaja 2

    >

    > Zou hier een land zoals India mee bedoeld kunnen

    > worden?

    SVKT: Het oosten, dat is, der volken, die tegen het oosten of den opgang der zon wonen; verstaande de Chaldeën, Syriërs, Mesopotamiërs en andere Oosterse natiën (maw oa India?!), die tot bijgeloof, toverij en waarzegging zeer geneigd waren.

    In de StatenVertaling staat niet “toverij” maar “guichelaars” met in de kanttekeningen verijzing naar Leviticus 19:26, en 2 Koningen 21:6 en de aantekeningen daarbij.

    In Exodus 7:11 worden de tovenaars en magiërs (NBV) van de Farao “guichelaars” (Statenvertaling) genoemd. Het woord guichelaar kan ook vertaald worden met wichelroedeloper.

    Hoe zie je dat niet vergeven uit vers 9?

    Zegen en groet!

  • Frederik D

    Ik denk dat je gelijk hebt.

  • samuel

    perihelium Schreef:

    ——————————————————-

    > samuel Schreef:

    > ————————————————–

    > —–

    > > 6 Voorwaar,

    >

    >

    > In andere woorden: "werkelijk, heus, inderdaad,

    > waarachtig, waarlijk, werkelijk, zeker"

    >

    >

    > > Gij hebt uw volk, het huis van Jakob,

    > > verworpen,

    >

    >

    >

    > SVKT: Hier wendt zich de profeet tot God, en hij

    > doet een weeklacht over de Joden, die van God

    > verstoten waren. De zin is: Maar waarom vermaan ik

    > mijne landslieden tot het geloof aan Christus,

    > dewijl het toch tevergeefs is; want, o Heere, Gij

    > hebt besloten hen te verstoten.

    >

    > Het gaat hier over een deel van het volk van God;

    > want de verharding is voor een deel over Israël

    > gekomen (Rom 11:25)

    >

    >

    >

    > > omdat het geheel beïnvloed is door het

    > > Oosten en toverij pleegt als de Filistijnen en

    > > samendoet met kinderen van buitenlanders. 7

    > Zijn

    > > land is vol zilver en goud en aan zijn schatten

    > is

    > > geen einde; ook is zijn land vol paarden en aan

    > > zijn wagens is geen einde; 8 ook is zijn land

    > vol

    > > afgoden: voor het werk van eigen handen, voor

    > wat

    > > eigen vingers hebben gemaakt, buigt men zich

    > > neder. 9 Zo verlagen zich de mensen en

    > vernederen

    > > de mannen zich. Vergeef het hun niet.

    > > Jesaja 2

    > >

    > > Zou hier een land zoals India mee bedoeld

    > kunnen

    > > worden?

    >

    > SVKT: Het oosten, dat is, der volken, die tegen

    > het oosten of den opgang der zon wonen; verstaande

    > de Chaldeën, Syriërs, Mesopotamiërs en andere

    > Oosterse natiën (maw oa India?!)

    Juist ja!

    , die tot

    > bijgeloof, toverij en waarzegging zeer geneigd

    > waren.

    > In de StatenVertaling staat niet “toverij” maar

    > “guichelaars” met in de kanttekeningen verijzing

    > naar Leviticus 19:26, en 2 Koningen 21:6 en de

    > aantekeningen daarbij.

    > In Exodus 7:11 worden de tovenaars en magiërs

    > (NBV) van de Farao “guichelaars” (Statenvertaling)

    > genoemd. Het woord guichelaar kan ook vertaald

    > worden met wichelroedeloper.

    >

    > Hoe zie je dat niet vergeven uit vers 9?

    2 Tim. 4: 1 Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus Jezus, die levenden en doden zal oordelen, met beroep zowel op zijn verschijning als op zijn koningschap: 2 verkondig het woord, dring erop aan, gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid en onderrichting. 3 Want er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich tal van leraars zullen bijeenhalen, 4 dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren. NBG 1951

    >

    > Zegen en groet!

    Vrede,

    samuel

  • samuel

    M*j*r** Schreef:

    ——————————————————-

    > samuel Schreef:

    > ————————————————–

    > —–

    > > 6 Voorwaar, Gij hebt uw volk, het huis van

    > Jakob,

    > > verworpen, omdat het geheel beïnvloed is door

    > het

    > > Oosten en toverij pleegt als de Filistijnen en

    > > samendoet met kinderen van buitenlanders. 7

    > Zijn

    > > land is vol zilver en goud en aan zijn schatten

    > is

    > > geen einde; ook is zijn land vol paarden en aan

    > > zijn wagens is geen einde; 8 ook is zijn land

    > vol

    > > afgoden: voor het werk van eigen handen, voor

    > wat

    > > eigen vingers hebben gemaakt, buigt men zich

    > > neder. 9 Zo verlagen zich de mensen en

    > vernederen

    > > de mannen zich. Vergeef het hun niet.

    > > Jesaja 2

    > >

    > > Zou hier een land zoals India mee bedoeld

    > kunnen

    > > worden?

    >

    > Nou, nee hoor. Gewoon hetzelfde Oosten als

    > hieronder. Niet India of iets uit die omgeving.

    Is India niet gewoon in het oosten?

    Of heb je geen kennis van de Perzische en Griekse geschiedenis?

    >

    > Gen. 10

    > 29 Ofir, Chawila en Jobab; deze allen waren de

    > zonen van Joktan.

    > 30 En hun woonplaats strekte zich uit van Mesa in

    > de richting van Sefar, het gebergte in het Oosten.

    >

    > 31 Dit waren de zonen van Sem naar hun geslachten,

    > naar hun talen, in hun landen, naar hun volken.

    >

    > Gen. 29

    > 1 En Jakob begaf zich op weg en ging naar het land

    > der stammen van het Oosten

    >

    > Num. 23

    > 7 Toen hief hij zijn spreuk aan en zeide:

    > Uit Aram voerde mij Balak, Moabs koning, uit de

    > bergen van het Oosten:

    > Kom, vervloek mij Jakob, en kom, verwens Israël.

    Ja allemaal mooie verzen maar India ligt nog steeds in dat zelfde oosten.

  • M*j*r**

    Frederik D Schreef:

    ——————————————————-

    > Ik denk dat je gelijk hebt.

    Helaas wil Samuel de mens doen geloven dat het hier het verre oosten (zoals bv India) betreft. De bijbel die ineens over het verre oosten spreekt. Jaja.

    Hier nog iets over het oosten.

    Uit http://www.bijbelarchief.nl/default.asp?id=1259

    Als een Israëliet een offer wil brengen, dan kan hij in het geweldig grote tentenkamp de tabernakel gemakkelijk te vinden. Die ligt namelijk in het midden. Bovendien geeft de wolkkolom die op de tabernakel rust, duidelijk de plaats aan van het heiligdom. En alle tenten van de Israëlieten liggen er volgens een vast plan omheen:

    In het noorden: de stammen Dan, Aser en Naftali

    In het oosten: de stammen Juda, Issaschar en Zebulon

    In het zuiden: de stammen Ruben, Simeon en Gad

    In het westen: de stammen Efraïm, Manasse en Benjamin

    De priester en de Levieten wonen het dichtst bij de tabernakel. In het oosten: Mozes en Aäron en de zonen van Aäron, de priesters. Dan nog de Levieten: In het noorden: de zonen van Merari, in het zuiden: de zonen van Kehath, in het westen: de zonen van Gerson (Numeri 2 en 3).

    Uit een preek van Ds. F.H. Blokhuis

    6 Voorwaar, Gij hebt uw volk, het huis van Jakob , verworpen, omdat het geheel beinvloed is door het Oosten en toverij pleegt als de Filistijnen en samendoet met kinderen van buitenlanders.

    8 ook is zijn land vol afgoden: voor het werk van eigen handen, voor wat eigen vingers hebben gemaakt, buigt men zich neder.

    Dus dat is de situatie in Juda.

    En Juda ziet dat zelf niet. Juda denkt: Het gaat goed.

    Juda voelt zich lekker in al die voorspoed.

    De mensen zijn er blij mee. Ze zijn er trots op.

    Ze denken: We hebben het goed voor mekaar.

    Het nabije oosten dus en niet India of iets dergelijks.

  • Frederik D

    Een goed onderzoekje, MJR.