Bs'd
Gepubliceerd: Maandag de 14e november 2011 11:01
Kill For Peace, deel I
http://www.israelnationalnews.com/Articles/Article.aspx/10834#.TsI4C1ZtkYs
Gepubliceerd: zondag de 13e november 2011 09:29
Deel I. Analyse
De beste analyse die ik gelezen heb over de tekortkomingen van de Amerikaanse buitenlandse politiek sinds de onvoltooide Perzische Golfoorlog van 1991 vond ik in de geschriften van Ralph Peters, een gepensioneerde Amerikaanse leger Intelligence officier die werkte en studeerde in tientallen landen, alsook in het Verenigde Staten Executive kantoor.
Als er een enkele macht is die de VS onderschat dan is dat de kracht van collectieve haat, en daarmee bedoel ik de haat die de Arabisch-islamitische wereld bezielt.
Dit geldt ook voor Israel.
Net als hun Amerikaanse tegenhangers, begrijpen Israëls heersende elites niet “de heerlijke aantrekkingskracht van haat.” Ze willen het feit niet onder ogen zien dat dat de mens een moordenaar is. Ze hebben niets geleerd van de genocidale oorlogen en grootschalige bloedbaden van de twintigste eeuw, niet alleen in nazi-Duitsland, maar ook in Joegoslavië, Rwanda, Bangladesh, Irak, Soedan, om er maar een paar te noemen.
Er is op zijn minst een minderheid van de mensen die genieten van het doden. Dat kan een kleine minderheid zijn, zegt Peters, maar je hebt niet veel enthousiaste moordenaars nodig om een genocidale oorlog te beginnen. De rabische palestijnse autoriteit bestaat uit dergelijke moordenaars.
Inderdaad, hebben ze een generatie Arabische kinderen opgeleid tot moordenaars.
Net als de VS, houdt Israël zich aan regels, waarvan sommige gecodeerd zijn in de eigen wetten, of in de internationale wetten, en weer anderen in reeds lang gevestigde gewoonten die deel uitmaken van collectieve bewustzijn van het Westen. Maar de vijanden van Israël kunnen onze wetten en gewoonten niets schelen.
Steeds weer ontdekken we dat moeizaam verkregen verdragen of overeenkomsten niets te betekenen hebben voor onze vijanden. Terwijl wij gericht zijn op praten, zijn onze vijanden actiegericht. Wij denken dat onze vijanden net als ons zijn, en dat ze vrede willen, ook al hebben ze herhaaldelijk gezegd: “vrede betekent de vernietiging van Israël.”
Israëli's leven in een staat van ontkenning.
Zelfs de termen die we gebruiken voor het beschrijven van de vijand of we ze nou “terroristen” of “islamitische fundamentalisten” noemen, zijn misleidend. Deze benamingen belemmeren de politieke en militaire echelons in het ontwikkelen van een passende strategie tegen de vijand. Ralph Peters noemt deze terroristen “strijders”, want hij wil dat de amerikanen terroristen serieuzer te nemen. Hij spreekt van vijf verschillende soorten krijgers, want als we de vijand niet begrijpen, zullen we de oorlog tegen hen niet winnen.
● Eén pool van krijgers is afkomstig uit de onderklasse, een man die geen belang heeft bij vrede, een kansarme met weinig opleiding en weinig mogelijkheden om legaal wat te verdienen. Het is gemakkelijk om zulke strijders rekruteren tegen de Grote of tegen de Kleine Satan. Deze strijders zijn moordlustige wilden.
● Een tweede pool van krijgers bestaat uit de jeugd en jonge mannen die zich aansluiten om te vechten voor de Arabische zaak. Hun wreedheid neemt toe met de duur en intensiteit van het conflict.
● Een derde pool van krijgers bestaat uit opportunisten, ondernemers die profiteren van het conflict. Ze handelen in wapens en drugs. Hun grote kracht is hun cynisme. De palestijnse kleptocratie, Mahmoud Abbas behoort tot deze pool. Ze zijn kameleons en zeer gevaarlijk. Dit type krijger zal meest waarschijnlijk onderschat worden, vooral door wishful-thinking Joden.
● Een vierde pool van krijgers bestaat uit ware gelovigen, zoals Osama bin Laden, of zoals Abdullah Badran, de 21-jarige student, die zichzelf opblies in een nachtclub in Tel Aviv. Deze krijgers vechten uit religieuze overtuiging en worden geïnfecteerd met moordlust. Zij zijn de producten van een mislukte beschaving die de Amerikanen of de zionisten de schuld geeft van zijn onvermogen om zich aan te passen aan de moderniteit en om te kunnen concurreren met het Westen. Ze branden van wrok en het verlangen naar wraak.
● Verdreven of anderszins mislukte militairen vormen de vijfde en meest onmiddellijk gevaarlijke soort krijgers.
Maar het grootste gevaar voor Israël en de Verenigde Staten is wanneer de cynicus samen gaat met de ware gelovige.
Al deze krijgers zijn gewend aan geweld, ze hebben geen belang in burgerlijke orde. In tegenstelling tot soldaten, houden ze zich niet aan de regels van de geneefse conventie, en hebben geen respect voor menselijk leven Verdragen betekenen niets voor hen, en zij beschouwen een compromis als gelijkwaardig aan prostitutie. Onderhandelen met zulke krijgers is pure dwaasheid.
We moeten niet onderhandelen met hen totdat zij zich overgeven. Tot die tijd moeten ze worden gedood.
Helaas, Israëli's, net als Amerikanen, geloven dat alle mensen vrede willen, dat alle conflicten kunnen worden opgelost door compromissen en begrip. Maar veel mensen hebben geen belang bij vrede. Velen zouden zich gaan vervelen door de vrede, of zouden hun eer verliezen, of zonder werk komen te zittend door vrede. Je vindt zulke mensen in de palestijnse autoriteit in Fatah, Tanzim, Hamas, Hezbollah, islamitische jihad, en ga zo maar door.
● Amerikaanse en Israëlische opiniemakers weigeren te geloven dat veel mensen gedijen en winst maken uit oproer en uit het doden van andere menselijke wezens.
● Amerikanen, profiteren van vrede; strijders profiteren van de oorlog, en Israëli's lijden onder de gevolgen.
● Zowel de Amerikanen als de Israëli's spreken over een oorlog tegen “terrorisme”, een oorlog die eigenlijk een oorlog tegen de islam is, een jihadistische cultuur die terroristen kweekt.
Zoals Ralph Peters aangeeft, we weigeren te begrijpen dat sommige mensen niet kunnen accepteren dat hun cultuur een mislukking is.. Deze mensen realiseren zich niet dat zij als individu falen vanwege hun manier van denken en gedrag, die door hun cultuur in hun geconditioneerd is. Ze willen iemand de schuld geven, en ze willen wraak nemen op diegene.
Maar onze academici en intellectuele elites - de opvoeders van onze politici en rechters - zijn zo geconditioneerd door het moreel relativisme waarvan alle niveaus van het onderwijs in de democratische wereld doortrokken zijn, dat ze het idee van een mislukte cultuur, zoals de islam, niet kunnen accepteren. Ze zouden mij beschuldigen van rascisme. Maar men hoeft geen rascist te zijn om te erkennen dat de vijanden van Israël een aantal nare kenmerken hebben:
● Zij beschouwen de Israëlische vredestoenadering als een teken van zwakte.
● Ze hebben niets dan minachting voor Joden die pleiten voor “land voor vrede”.
● Ze zullen geen enkele vorm van overeenkomst een moment langer eerbiedigen dan in hun behoeften past.
● Hun minachting voor het menselijk leven leidt er onvermijdelijk toe dat ze gruweldaden gaan plegen.
We staan voor een vijand wiens enige motivatie om af te zien van het doden is de angst is om zelf gedood te worden. Maar omdat velen van hen de dood liefhebben, is het enige afschrikmiddel om hen in voldoende aantallen te doden voordat ze ons doden.
Deel I werd afgesloten met een eenvoudige boodschap: “We moeten niet onderhandelen met krijgers totdat zij zich overgeven. Tot dan moeten we hen doden. ”
Daarentegen is de Israëlische regering is toegewijd aan het timide en gecastreerde beleid van “land voor vrede”.
Daarom stel ik een gedurfd en uiteindelijk levensreddend beleid voor van “doden voor vrede”. Een schijnbaar wreed beleid, maar niet één van de willekeurig doden, maar wel één die uiteindelijk bij zowel joden als arabieren dood en vernietiging zal doen afnemen. De rationaliteit en effectiviteit van een dergelijk beleid is onderbouwd, niet alleen door Ralph Peters, maar ook door de grootste militaire theoretici uit de geschiedenis, Carl von Clausewitz en Sun Tzu.
Bovendien is het denken van deze militaire genieën ondersteund door de beginselen van staatsmanschap, verkondigd door de grote negentiende-eeuwse Oostenrijkse geleerde-staatsman prins Metternich. Daarom zal ik nu de tien principes van staatsmanschap opsommen, en de regels van oorlogvoering die nodig zijn voor het beleid “Kill for Peace” ten aanzien van Israëls vijanden met twee gezichten. Maar laten we met deze uitdaging wel dapper genoeg zijn om aan de kerker van de politieke correctheid te ontsnappen.
Laten we boven ons huidige tijdperk - een tijdperk van gevangen zitten in de pietluttigheid en de tijdelijkheid van de media opvattingen - uitstijgen, en boven de opvattingen die niets weten van wijsheid, moed en van nationale trots, en doelbewustzijn.
Eerste Principe: Een wijs en moedig staatsman moet een duidelijk militair doel stellen. Voor Israël is dit doel, gerechtvaardigd door de historische missie en de territoriale voorwaarde van het Joodse Volk, de vernietiging van arabische terroristennetwerk in Judea, Samaria en Gaza. De staatsman moet dit doel krachtig aanpakken.
Om dit te bewerkstelligen, is het noodzakelijk dat het doel niet alleen duidelijk is in de ogen van het kabinet, maar het moet ook duidelijk worden in de ogen van het publiek en nog duidelijker in de ogen van de vijand. De vijanden van Israël moeten inzien dat ze geconfronteerd worden met een geestelijk toegewijde en onverbiddelijke kracht die hun zal breken.
Tweede principe: In deze tijd van publiciteit is de eerste zorg van de overheid niet alleen gelijk hebben, maar nog belangrijker, om er voor te zorgen dat alles bij de juiste naam genoemd wordt. Politieke leiders van Israël moeten stoppen met het misleiden van zichzelf en anderen door gebruik te maken van Orwelliaanse taal als het “vredesproces” of te praten over “vreedzame coëxistentie” met de “palestijnen”.
Sterker nog, ze moeten het woord “palestijn” verwijderen uit hun woordenschat, want dit leugenachtige woord vertegenwoordigt de anti-these van de heilige en het eeuwenoude recht van Israël op het Land van Israël. Het constante gebruik van deze Orwelliaanse taal door vriend en vijand geeft aan dat Israël verwikkeld is in een oorlog voor haar overleving. In deze oorlog zullen taalkundige en morele helderheid beslissen over de uitkomst.
Derde Principe: Er is geen compromis mogelijk met een compromisloze vijand, een vijand die een compromis aanziet voor een teken van zwakte. Israël wordt geconfronteerd met de meest kwaadaardige van vijanden - strijders met minachting voor het menselijk leven, die in het bijzonder lusten naar joodse bloed.
Vierde principe: Elimineer dit kwaad bij de bron door het elimineren van het vijandelijke Jihad-geïnspireerd leiderschap. Uitschakelen van de vijand moet het onmiddellijke onderwerp van de vijandelijkheden te zijn. Zolang als de vijand bewapend is, zal hij wachten op een gunstiger moment voor actie.
Vijfde Principe: Weet dat elke strategie gevat in gematigde termen zal mislukken omdat Israel geconfronteerd wordt met extreme omstandigheden - haar bestaan staat op het spel. Daarom, daar waar alle mogelijke actiepunten prolematisch zijn, daar is de sterkste lijn de beste.
Zesde Principe: Vertel het volk van Israël dat er slachtoffers zullen zijn onder arabische non-combatants of burgers. Maar laten we onszelf niet voor de gek houden: de meeste van deze burgers zijn niet onschuldig. Ze laten zich gebruiken door terroristen als menselijk schild. Inderdaad, onder het mom van de democratie hebben zij willens en wetens gestemd voor tirannie, voor tirannen die beloofden om “Israël van de kaart vegen”.
Zevende Principe: Een verandering in de naam van gezond verstand en moraal, in de regels van de strijd, ten gunste van de eigen soldaten. Helaas, de politieke elites van Israël zijn zo onzeker, dat om de morele superioriteit van Israël te bewijzen en daarmee vijandigheid uit het buitenland te voorkomen, dat deze elites meer waarde hechten aan het leven van de vijand dan aan de levens van hun eigen volk.
Dienovereenkomstig, bombardeer terroristenonderkomens vanuit de lucht, in plaats van joodse soldaten in gevaar te brengen door ze huis-aan-huis te bestrijden.
Dichter-staatsman koning David schrijft: “Ik vervolgde mijn vijanden om hen te achterhalen, en liet niet af, eer ik hen had vernietigd; ik verpletterde hen, zodat zij niet konden opstaan, zij vielen onder mijn voeten. ”(Psalm 18:38-43)
Achtste Principe: Opereer aanvallend, en nooit passief of defensief, en opereer continu. Geef de vijand geen rust. Geen wapenstilstanden. Ze geven de vijand de gelegenheid om zich te hergroeperen, meer wapens te verkrijgen, en voor dodelijker aanslagen voor te bereiden. Op hetzelfde moment veroorzaken ze kortsluiting in de vechtlust die nodig voor de militaire strijd, de geest die vooral Israël nodig heeft, in verband met haar fanatieke Jihad vijanden.
Negende Principe: Sun Tzu, die haatte oorlog, waarschuwt dat “om de vijand te doden, moeten mannen tot woede aangezet worden.” Dit leidt tot een tiende beginsel, waarvoor wij de Israëlische dichter-staatsman, de psalmist koning David, moeten raadplegen.
Tiende Principe: De staatsman moet haat tegen de vijanden van zijn land vertonen. Koning David zei: “Ik haat ze, o God, die u haten” (Psalm 139:21). In deze context, God te haten, betekent om Gods wetten te haten evenals de gekozen drager van die wetten, het Joodse volk. Haat is echter zinloos als het niet leidt tot actie. Daarom schrijft koning David: “Ik vervolgde mijn vijanden om hen te achterhalen, en liet niet af, eer ik hen had vernietigd; ik verpletterde hen, zodat zij niet konden opstaan, zij vielen onder mijn voeten. ”(Psalm 18:38-43)
Dit is wat er moet gebeuren met de onverbiddelijke vijanden van Israël, wiens veertiende-eeuwse oorlogszuchtige theologie in strijd is met de ethische en rationele fundamenten van de westerse beschaving.
Daarom stellen we een moreel hoogstaand beleid voor van "Kill for Peace ', wat een beschaafd land kan nastreven wanneer het aangevallen wordt door een vijand die slechts minachting heeft voor de natuurlijke rechten van de mens op leven, vrijheid en het nastreven van geluk.
Dit harde maar moreel hoogstaande beleid moet de plaats innemen van het zachte en terughoudende beleid van “land voor vrede.”
Het is duidelijk dat zo'n beleid niet mogelijk zou kunnen zijn voor een coalitieregering, een regering onder leiding van een toevallige coalitie van schamele politieke partijen. Israël moet dus een heel ander soort regering, een gekozen leider die de grandeur en het doel van de natie vertegenwoordigt, iets meer dan de tijdelijke belangen en passies.
Israël moet ook andere generaals. Toen ze verwikkeld waren in de oorlog, ontdekte Lincoln de generaals Grant en Sherman; Roosevelt had Bradley en Patton, en GW Bush vond David Petraeus. Zoals we leren uit het staatsmanschap van Metternich en van Machiavelli, in de langdurige oorlog tussen Israël en de discipelen van Mohammed, is het beter voor Israël om een fout te maken aan de kant van agressiviteit, dan aan de kant van voorzichtigheid. Deze praktische wijsheid ligt ten grondslag aan het voorgestelde beleid “Kill for Peace.” Geen ander beleid is geschikt voor een volk dat het leven en de menselijke waardigheid koestert.
(Voor meer deze schrijver, wiens fundamentele thema is “Hoe Israel democratischer te maken door middel van joodse principes, en hoe Israel joodser te maken door middel van democratische principes”, zie Israel-Amerika Renaissance Instituut http://www.i-ari.org/