perihelium Schreef:
——————————————————-
> Johannes 17
>
>
>
> ‘Vader, nu is de tijd gekomen, toon nu de
> grootheid van uw Zoon, dan zal de Zoon uw
> grootheid tonen. 2 Hij heeft van u macht over alle
> mensen ontvangen, de macht om iedereen die u hem
> gegeven hebt het eeuwige leven te schenken. 3 Het
> eeuwige leven, dat is dat zij u kennen, de enige
> ware God, en hem die u gezonden hebt, Jezus
> Christus. 4 Ik heb op aarde uw grootheid getoond
> door het werk te volbrengen dat u mij opgedragen
> hebt. 5 Vader, verhef mij nu tot uw majesteit, tot
> de grootheid die ik bij u had voordat de wereld
> bestond.
> 6 Ik heb aan de mensen die u mij uit de wereld
> gegeven hebt uw naam bekendgemaakt. Zij waren van
> u, maar u hebt hen aan mij gegeven. Ze hebben uw
> woord bewaard, 7 en nu begrijpen ze dat alles wat
> u mij hebt gegeven, van u komt. 8 Ik heb de
> woorden die ik van u ontvangen heb aan hen
> doorgegeven, zij hebben ze aanvaard en nu weten ze
> echt dat ik van u gekomen ben, en ze geloven dat u
> mij hebt gezonden.
> 9 Ik bid voor hen. Ik bid niet voor de wereld,
> maar voor de mensen die u mij hebt gegeven, omdat
> zij van u zijn 10 – alles wat van mij is, is van
> u, en alles wat van u is, is van mij – en omdat
> in hen mijn grootheid zichtbaar geworden is. 11 Ik
> ben al niet meer in de wereld, ik ga naar u toe,
> maar zij blijven wel in de wereld. Heilige Vader,
> bewaar hen door uw naam, de naam die u ook aan mij
> gegeven hebt, zodat zij één zijn zoals wij één
> zijn. 12 Zolang ik bij hen was heb ik hen door uw
> naam, die u mij gegeven hebt, bewaard en over hen
> gewaakt: geen van hen is verloren gegaan behalve
> hij die verloren moest gaan, opdat de Schrift in
> vervulling ging. 13 Nu kom ik naar u toe, en ik
> zeg dit terwijl ik nog in de wereld ben, opdat zij
> vervuld worden van mijn vreugde. 14 Ik heb hun uw
> woord gegeven. De wereld haat hen, omdat ze niet
> bij de wereld horen, zoals ook ik niet bij de
> wereld hoor. 15 Ik vraag niet of u hen uit de
> wereld weg wilt nemen, maar of u hen wilt
> beschermen tegen de duivel. 16 Ze horen niet bij
> de wereld, zoals ik niet bij de wereld hoor. 17
> Heilig hen dan door de waarheid. Uw woord is de
> waarheid. 18 Ik zend hen naar de wereld, zoals u
> mij naar de wereld hebt gezonden. 19 Ik heb mij
> geheiligd omwille van hen, zo zullen ook zij door
> de waarheid geheiligd zijn.
> 20 Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen
> die door hun verkondiging in mij geloven. 21 Laat
> hen allen één zijn, Vader. Zoals u in mij bent
> en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de
> wereld gelooft dat u mij hebt gezonden. 22 Ik heb
> hen laten delen in de grootheid die u mij gegeven
> hebt, opdat zij één zijn zoals wij: 23 ik in hen
> en u in mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en
> zal de wereld begrijpen dat u mij hebt gezonden,
> en dat u hen liefhad zoals u mij liefhad.
> 24 Vader, u hebt hen aan mij geschonken, laat hen
> dan zijn waar ik ben. Dan zullen zij de grootheid
> zien die u mij gegeven hebt omdat u mij al liefhad
> voordat de wereld gegrondvest werd. 25
> Rechtvaardige Vader, de wereld kent u niet, maar
> ik ken u, en zij weten dat u mij hebt gezonden. 26
> Ik heb hun uw naam bekendgemaakt en dat zal ik
> blijven doen, zodat de liefde waarmee u mij
> liefhad in hen zal zijn en ik in hen.’
(tu) en wat is kennen?
Marith