Liever Turks dan paaps
Liever Turks dan paaps (eigenlijk: Liver turcx dan paus) was een leuze ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog (1568 - 1648). Hij werd in de Nederlanden voor het eerst gebruikt tijdens hagenpreken te Antwerpen in 1566, het jaar van de Beeldenstorm. De leuze wordt tevens gevonden op zilveren geuzenpenningen in de vorm van een Turkse halve maan, die door de geuzen aan hun kleren werd gedragen. De leus illustreerde hoe anti-katholiek de geuzen waren: de islamitische Turkse sultan kreeg van hen de voorkeur boven de katholieke paus van Rome.
Betekenis
De leuze kwam voort uit het verlangen van de vervolgde protestanten naar religieuze verdraagzaamheid. Terwijl de paus protestantse groepen in Europa vervolgde, gaf de Turkse sultan andersdenkenden, na afdracht van een financiële tegenprestatie, godsdienstvrijheid in het Ottomaanse Rijk. Door dit contrast naar voren te brengen gaven de protestanten blijk aan hun wens om hun geloof in vrijheid te belijden. De dichter Jan Fruytiers schrijft in 1577:
En daarom droegen sommige geuzen destijds zilveren halve manen met daarop de tekst “Liever Turks dan paus”. Want zij achtten de tirannie van de paus groter dan die van de Turk, die het geweten van de mensen tenminste ongemoeid laat als zij belasting betalen, en bovendien zijn beloften even goed of zelfs beter nakomt dan de Paus.
Dezelfde verklaring wordt gevonden in de “Historiën” van Pieter Cornelisz. Hooft uit 1642 en in de voordracht “Over het Mohammedanisme” door de theoloog Voetius uit 1648.
Historische achtergronden
In de periode 1565-1579 werd deze leuze genoemd om het contrast tussen de godsdienstvrijheid in het Ottomaanse Rijk en de intolerantie in de Nederlanden onder Philips II mee aan te geven. Over deze tolerantie werd in Frankrijk en in de Nederlanden gesproken. De sultan was een voorbeeld van het argument dat het tolereren van diverse stromingen geen chaos hoeft teweeg te brengen, zoals de tegenstanders van tolerantie beweerden. De argumenten van Franse pleidooien voor tolerantie werden genoemd in brieven van de directe relaties van Willem van Oranje, zoals Viglius, d’Esquerdes en Du Plessis-Mornay.
Lodewijk van Nassau, de broer van Willem van Oranje, verspreidde in 1565 een pamflet tegen de invoering van de Inquisitie, waarin tevens wordt gesteld dat het toelaten van verschillende godsdiensten het enige middel is om rust en vrede in het land te bewaren. Onder meer stelt Lodewijk in dit pamflet ‘’dat het geen wonder is dat velen door de religieuze vervolgingen in Frankrijk onderdaan wilden worden van de Turk’’.
De geuzen legden een verband tussen Willem van Oranje en de Turkse tolerantie in verschillende geuzenliederen:
Den Prince van Oraengien triumphant
Godt sal hem gheven wijsheyt en verstant,
Op dat Gods Woort tot desen stonden,
Mach gepreect worden aen elcken cant,
Liever Turcks dan paus bevonden.
Al is den Turk gheen Christen genaemt,
Hy en heeft niemant om tgeloove gebrant,
Als die papisten doen alle dage
——————————-
http://nl.wikipedia.org/wiki/Liever_Turks_dan_paaps
http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/a/af/3_Geuzenpenning%2C_halve_maan.jpg/800px-3_Geuzenpenning%2C_halve_maan.jpg
Zilveren, gegoten en nabewerkte “halve maan” geuzenpenning, circa 1570