Hoe kunnen licht en duisternis samen dansen?
Hoe kunnen we met de ziel van de wereld werken in de dichtheid en verwarring van het alledaagse leven?
Hoe kunnen we dit licht naar de plekken van wereldlijke macht brengen en het helpen geleiden
naar de bestemmingen, naar de naties?
Omdat het individu een microkosmos van het geheel is, kunnen we kijken naar het model van hoe het licht werkt in
onze eigen ziel, om inzicht te krijgen hoe we kunnen werken met de ziel van de wereld.
Het licht van de ziel is geen vreemde substantie. Het is een deel van onze eigen natuur, maar blijft gewoonlijk verborgen
onder de bedekkingen van ons lagere zelf. Onze duisternis houdt ons van ons eigen licht weg, maar wat velen niet
begrijpen is dat de duisternis ook nodig is om het licht vast te houden, net zoals het lijden ons vaak terugbrengt naar God. We
zouden kunnen denken dat het lijden en het goddelijke tegenstellingen zijn, dat God goed en licht is, en dat ons lijden
vanuit de duisternis komt.
Maar deze dualiteit is wezenlijk een illusie. Lijden is een aspect van levensenergie dat beperkt
wordt door de materie, en gevangen in haar duisternis. Vaak komt het lijden door de weerstand tegen verandering, en
verandering is fundamenteel voor het leven. Zelfs het wonder van de geboorte brengt de pijn van het baren met zich mee.
Energie en materie werken samen; onze adem volgt bijvoorbeeld de diepe ritmen van het leven, en daarom kan
bewust ademhalen onze pijn verminderen en ons helpen meegaan met de stroom van het leven.
Er bestaat een stroom van leven die tot het wonder van de schepping hoort en de duisternis maakt deel uit van dit wonder.
Wanneer we onze duisternis accepteren, ons lijden in het leven accepteren, dan worden we meegenomen in de smeltkroes van
de transformatie waarin de tegenstellingen samenkomen. Er onthult zich dan een diepere eenheid, niet als een ideaal maar
als een geleefde werkelijkheid. Wanneer we de eenheid kennen, kunnen we op een andere manier aan het leven
deelnemen. We worden dan niet langer tussen de tegenstellingen geworpen, maar gaan de diepere patronen van
het leven herkennen, haar onderliggende energie, en we kunnen er mee werken.
Dit hoort bij de inwijding van de mysticus, wier reis door het lijden toegang geeft tot de
verborgen krachten. Van oudsher stond zo’n reis hen toe om met de energie van de ziel van de wereld te werken. Zij kennen
de betekenis van de duisternis en van de puurheid van het licht, en hoe zij samen kunnen komen voor individuele en collectieve
genezing en transformatie.
Je kunt alleen toegang hebben tot het licht van de ziel wanneer je in het nu leeft en accepteert wat er is.
Op dit moment betekent dat om een bepaalde mate van duisternis die nu aanwezig is, te accepteren. Een van de redenen dat wij zo
weinig toegang tot dit licht hebben in het Westen komt omdat we geconditioneerd zijn om niet het nu te leven. We zijn of
onze wensen aan het najagen, of we proberen aan onze angsten te ontsnappen.
We zijn zelden tevreden met wat er is. Een Indiaan uit een nederzetting beschreef deze kwaliteit van de
witte man terwijl hij met Carl Jung sprak,
“Hun ogen hebben een starende uitdrukking; zij zoeken altijd iets. Wat zoeken zij?
De witte wil altijd iets; hij voelt zich altijd ongemakkelijk en rusteloos.”
We zijn geconditioneerd om een illusoir geluk na te jagen, terwijl we door de media gebombardeerd worden met beelden
die ons manipuleren, en die ons voortdurend in ontevredenheid en wensen storten. De eenvoud van in het moment leven is een
spirituele- in plaats van een gewone werkelijkheid geworden.
Willen we ons erfdeel van licht claimen, dan moeten we eerst het huidige moment claimen. Dit betekent dat we de
combinatie van licht en duisternis moeten accepteren, zoals ze is. Alleen dan kunnen we aan een betere toekomst werken.
Het kan tegenstrijdig klinken, dat we, om aan een betere toekomst voor de mensheid te werken, het leven moeten
accepteren zoals het is, maar een werkelijke toekomst wordt gebouwd op het nu.
Alleen in het huidige moment kunnen we toegang hebben tot de energieën die ons kunnen helen en
transformeren. Wanneer we in het verleden of in de toekomst leven, zijn we gevangen in onze fantasieën. In het nu zijn we
open voor het licht en het goddelijke.
Bij ieder moment kijken we naar de adem, we zien hoe de energie van binnen naar buiten stroomt, en we nemen bewust
aan deze cyclus van de schepping deel. Het aanwezig zijn in ons eigen leven vormt de poort om deel te kunnen nemen aan
het wonder van de goddelijke onthulling. De ziel van de wereld moet geboren worden op elk moment, om deel te kunnen
nemen aan de voortdurend veranderende schepping. “God heeft elke dag iets nieuws.” Door eenvoudig bewustzijn verbinden
we het hogere met het lagere, het innerlijke niveau van puur bewustzijn met de uiterlijke wereld van gebeurtenissen, en ons
eigen bewustzijn met het bewustzijn van het geheel.
Wanneer we volledig aanwezig zijn, te midden van het leven, verbinden we de werelden met elkaar, en door deze
verbinding kan het licht stromen. We vormen voor liefde en licht de poort om deze wereld binnen te stormen, en de wereld
te wekken voor haar eigen heilig zijn. Net zoals prana, of de levensenergie, de gedachte volgt, wordt ook het licht van de
ziel van de wereld geleid door ons gedrag en onze aandacht.
Het volgt de oriëntatie van ons hart, de manier waarop we aan het leven deelnemen vanuit onze diepten. Hoe meer we ons
oriënteren op wat echt is binnen onszelf en in ons eigen leven, des te gemakkelijker kan de Werkelijkheid de wereld in
stromen.
Golden Sufi Center