Welkom op het forum van startpagina!

Dit forum staat op alleen-lezen. Je kan hier informatie zoeken en oude berichten terugvinden, maar geen nieuwe berichten plaatsen.

Meer informatie op bijbel.startpagina.nl

Wat is een afgod?

  • Eliyahu

    Bs'd

    Afgodendienst is het aanbidden/vereren van een andere god of goden dan de enig ware God J-H-W-H.

    Een afgod is iets waarvan iemand of sommigen denken dat het god of goddelijk is, en het aanbidden en/of vereren.

    Een auto of een stofzuiger is dus geen afgod. Ook niet als je heel trots bent op je auto, en er heel voorzichtig mee doet, en er veel tijd en energie in steekt. Het is en blijft dan gewoon een auto, en niet een afgod.

    Het wordt pas een afgod als je denkt dat die auto god of goddelijk is, en hem gaat aanbidden.

    Het christendom aanbidt een hele goddelijke familie, en daarmee zijn zij afgodendienaren.

    Om dat feit te verdoezelen hebben ze een buitenbijbelse drie-eenheid verzonnen. Daarmee beweren ze dat ondanks dat ze een God de Vader, een god de zoon, en een god de heilige geest aanbidden, dat ze toch maar één God aanbidden.

    Nee dus.

    Wat ze verder ook nog doen om hun afgodendienst te verdoezelen, is een karikaktuur maken van het begrip “afgod”.

    Ze zeggen bijvoorbeeld dat ook een auto een afgod kan zijn. Of een stofzuiger. Of alcohol. Of andere drugs. Dit is natuurlijk onzin. Geen mens denkt dat zijn auto een god of goddelijk is. Hetzelfde geldt voor stofzuigers.

    Maar als je een karikaktuur maakt van het begrip “afgod”, en daarmee van het begrip “afgodendienst”, dan verwijder je de scherpe kantjes van deze verschrikkelike zonde. Als de één zijn auto wel zogenaamd een afgod is, en die van de ander weer niet, en je kan daar geen scherpe scheidslijn tussen trekken, dan verwater en verzwak je het begrip “afgodendienst”, en nemen mensen het niet serieus meer.

    Terwijl het toch heel serieus is. Afgodendienst is een zonde waar voor iedereen, jood of niet-jood, de doodstraf op staat.

    Vergeet daarom de onzin over een auto of een stofzuiger als afgod, en hou voor ogen wat een afgod werkelijk is.

    Een afgod is iets of iemand anders dan de enig ware God J-H-W-H die door één of meerdere persoonen aanbeden en/of vereerd wordt als God.

    שמע ישראל י-ה-ו-ה אלהנו י-ה-ו-ה אחד

    "Hoor Israel, J-H-W-H is onze God, J-H-W-H is ÉÉN!!!"

    En gij zult J-H-W-H, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, 7 gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat. Gij zult het ook tot een teken op uw hand binden en het zal u een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn, en gij zult ze schrijven op de deurposten van uw huis en aan uw poorten.

    Deut 6:4-9

    "Wanneer uw broeder, de zoon van uw moeder, of uw zoon, uw dochter, uw eigen vrouw of uw boezemvriend u in het geheim wil verleiden en zegt: laten wij andere goden gaan dienen, goden die noch gij noch uw vaderen gekend hebben, behorende tot de goden der volken rondom u, dichtbij of veraf, van het ene einde der aarde tot het andere – dan zult gij hem niet ter wille zijn noch naar hem luisteren; gij zult hem niet ontzien, noch hem sparen en zijn schuld bedekken, maar hem zeker doden; het eerst zal uw hand zich tegen hem keren om hem ter dood te brengen en daarna de hand van het gehele volk. Gij zult hem stenigen, zodat hij sterft, omdat hij getracht heeft u af te trekken vanJ-H-W-H, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heeft. Dan zal geheel Israël het horen en vrezen en men zal niet opnieuw zulk een wandaad in uw midden doen.

    Wanneer gij in een van de steden, die J-H-W-H, uw God, u geven zal om daar te wonen, hoort zeggen: Er zijn snode mannen uit uw midden voortgekomen, die de inwoners van hun stad tot afval gebracht hebben door te zeggen: laten wij andere goden gaan dienen, die gij niet gekend hebt – dan zult gij terdege onderzoek doen en grondig navragen; en als het waar blijkt, als het vast staat, als deze gruwel in uw midden bedreven is, dan zult gij de inwoners van die stad zeker slaan met de scherpte des zwaards, door haar zelf met al wat daarin is en met haar vee door de scherpte des zwaards met de ban te treffen. De gehele buit zult gij midden op het plein bijeenbrengen en gij zult de stad met de gehele buit met vuur verbranden als een volledig brandoffer voor J-H-W-H, uw God: zij zal altoos een puinhoop blijven en niet herbouwd worden; ook zal niets van het gebannene aan uw hand kleven; opdat J-H-W-H zijn brandende toorn late varen, u barmhartigheid betone, Zich over u erbarme en u talrijk make, zoals Hij uw vaderen gezworen heeft; want dan luistert gij naar de stem van J-H-W-H, uw God, om al zijn geboden te onderhouden, die ik u heden opleg – door te doen wat recht is in de ogen van J-H-W-H, uw God." Deut 13:6-18

  • perihelium

    Johannes 19:6-16

    Maar toen de hogepriesters en de gerechtsdienaars Jezus zagen begonnen ze te schreeuwen: ‘Kruisig hem, kruisig hem!’ Toen zei Pilatus: ‘Neem hem dan maar mee en kruisig hem zelf, want ik zie niet waaraan hij schuldig is.’ De Joden zeiden: ‘Wij hebben een wet die zegt dat hij moet sterven, omdat hij zich de Zoon van God heeft genoemd.’ Toen Pilatus dat hoorde werd hij erg bang. Hij ging het pretorium weer in en vroeg aan Jezus: ‘Waar komt u vandaan?’ Maar Jezus gaf geen antwoord. ‘Waarom zegt u niets tegen mij?’ vroeg Pilatus. ‘Weet u dan niet dat ik de macht heb om u vrij te laten of u te kruisigen?’ Jezus antwoordde: ‘De enige macht die u over mij hebt, is u van boven gegeven. Daarom draagt degene die mij aan u uitgeleverd heeft de meeste schuld.’ Vanaf dat moment wilde Pilatus hem vrijlaten. Maar de Joden riepen: ‘Als u die man vrijlaat bent u geen vriend van de keizer, want iedereen die zichzelf tot koning uitroept pleegt verzet tegen de keizer.’ Pilatus hoorde dat, liet Jezus naar buiten brengen en nam plaats op de rechterstoel op het zogeheten Mozaïekterras, in het Hebreeuws Gabbata. Het was rond het middaguur op de voorbereidingsdag van Pesach. Pilatus zei tegen de Joden: ‘Hier is hij, uw koning.’ Meteen schreeuwden ze: ‘Weg met hem, weg met hem, aan het kruis met hem!’ Pilatus vroeg: ‘Moet ik uw koning kruisigen?’ Maar de hogepriesters antwoordden: ‘Wij hebben geen andere koning dan de keizer!’ Toen droeg Pilatus hem aan hen over om hem te laten kruisigen.

  • toeter

    als er nu iemand is aan wie ik me geel en groen erger op deze hele wereld, nou 3 x raden wie. flikker toch op.

  • Frans

    En met ‘ZE’ wordt volgens jou de hele christenheid bedoelt ?

    Heeft God geen zoon/zonen ?

  • Eliyahu

    perihelium Schreef:

    ——————————————————-

    > Johannes 19:6-16

    > Maar toen de hogepriesters en de gerechtsdienaars

    > Jezus zagen begonnen ze te schreeuwen: ‘Kruisig

    > hem, kruisig hem!’ Toen zei Pilatus: ‘Neem hem

    > dan maar mee en kruisig hem zelf, want ik zie niet

    > waaraan hij schuldig is.’ De Joden zeiden:

    > ‘Wij hebben een wet die zegt dat hij moet

    > sterven, omdat hij zich de Zoon van God heeft

    > genoemd.’ Toen Pilatus dat hoorde werd hij erg

    > bang. Hij ging het pretorium weer in en vroeg aan

    > Jezus: ‘Waar komt u vandaan?’ Maar Jezus gaf

    > geen antwoord. ‘Waarom zegt u niets tegen

    > mij?’ vroeg Pilatus. ‘Weet u dan niet dat ik

    > de macht heb om u vrij te laten of u te

    > kruisigen?’ Jezus antwoordde: ‘De enige macht

    > die u over mij hebt, is u van boven gegeven.

    > Daarom draagt degene die mij aan u uitgeleverd

    > heeft de meeste schuld.’ Vanaf dat moment wilde

    > Pilatus hem vrijlaten. Maar de Joden riepen:

    > ‘Als u die man vrijlaat bent u geen vriend van

    > de keizer, want iedereen die zichzelf tot koning

    > uitroept pleegt verzet tegen de keizer.’ Pilatus

    > hoorde dat, liet Jezus naar buiten brengen en nam

    > plaats op de rechterstoel op het zogeheten

    > Mozaïekterras, in het Hebreeuws Gabbata. Het was

    > rond het middaguur op de voorbereidingsdag van

    > Pesach. Pilatus zei tegen de Joden: ‘Hier is

    > hij, uw koning.’ Meteen schreeuwden ze: ‘Weg

    > met hem, weg met hem, aan het kruis met hem!’

    > Pilatus vroeg: ‘Moet ik uw koning kruisigen?’

    > Maar de hogepriesters antwoordden: ‘Wij hebben

    > geen andere koning dan de keizer!’ Toen droeg

    > Pilatus hem aan hen over om hem te laten

    > kruisigen.

    Bs'd

    Daarom gelooft er ook geen zinnig mens alle leugens in het NT, wat niets anders doet dan de joodse bijbelgeleerden uitmaken voor alles wat rot en lelijk is.

  • Eliyahu

    Frans Schreef:

    ——————————————————-

    > En met ‘ZE’ wordt volgens jou de hele christenheid

    > bedoelt ?

    >

    > Heeft God geen zoon/zonen ?

    Bs'd

    Ja hoor, de Satan is een zoon van God: "Op zekere dag nu kwamen de zonen Gods om zich voor J-H-W-H te stellen, en onder hen kwam ook de satan." Job 1:6

    Maar de eerstgeboren zoon van God is natuurlijk: "Zo zegt J-H-W-H: Israël is mijn eerstgeboren zoon; 23 daarom zeg Ik u: laat mijn zoon gaan, opdat hij Mij diene; zoudt gij echter weigeren hem te laten gaan, dan zal Ik uw eerstgeboren zoon doden." Ex 4

  • toeter

    Lees hier waarom JC niet God, niet goddelijk, niet de zoon van God, en niet de messias was:

    tflsggffffgglwwww$$%^&*$#

  • perihelium

    Eliyahu Schreef:

    ——————————————————-

    > perihelium Schreef:

    > ————————————————–

    > —–

    > > Johannes 19:6-16

    > > Maar toen de hogepriesters en de

    > gerechtsdienaars

    > > Jezus zagen begonnen ze te schreeuwen:

    > ‘Kruisig

    > > hem, kruisig hem!’ Toen zei Pilatus: ‘Neem

    > hem

    > > dan maar mee en kruisig hem zelf, want ik zie

    > niet

    > > waaraan hij schuldig is.’ De Joden zeiden:

    > > ‘Wij hebben een wet die zegt dat hij moet

    > > sterven, omdat hij zich de Zoon van God heeft

    > > genoemd.’ Toen Pilatus dat hoorde werd hij

    > erg

    > > bang. Hij ging het pretorium weer in en vroeg

    > aan

    > > Jezus: ‘Waar komt u vandaan?’ Maar Jezus

    > gaf

    > > geen antwoord. ‘Waarom zegt u niets tegen

    > > mij?’ vroeg Pilatus. ‘Weet u dan niet dat

    > ik

    > > de macht heb om u vrij te laten of u te

    > > kruisigen?’ Jezus antwoordde: ‘De enige

    > macht

    > > die u over mij hebt, is u van boven gegeven.

    > > Daarom draagt degene die mij aan u uitgeleverd

    > > heeft de meeste schuld.’ Vanaf dat moment

    > wilde

    > > Pilatus hem vrijlaten. Maar de Joden riepen:

    > > ‘Als u die man vrijlaat bent u geen vriend

    > van

    > > de keizer, want iedereen die zichzelf tot

    > koning

    > > uitroept pleegt verzet tegen de keizer.’

    > Pilatus

    > > hoorde dat, liet Jezus naar buiten brengen en

    > nam

    > > plaats op de rechterstoel op het zogeheten

    > > Mozaïekterras, in het Hebreeuws Gabbata. Het

    > was

    > > rond het middaguur op de voorbereidingsdag van

    > > Pesach. Pilatus zei tegen de Joden: ‘Hier is

    > > hij, uw koning.’ Meteen schreeuwden ze:

    > ‘Weg

    > > met hem, weg met hem, aan het kruis met hem!’

    > > Pilatus vroeg: ‘Moet ik uw koning

    > kruisigen?’

    > > Maar de hogepriesters antwoordden: ‘Wij

    > hebben

    > > geen andere koning dan de keizer!’ Toen droeg

    > > Pilatus hem aan hen over om hem te laten

    > > kruisigen.

    >

    > Bs'd

    >

    >

    > Daarom gelooft er ook geen zinnig mens alle

    > leugens in het NT, wat niets anders doet dan de

    > joodse bijbelgeleerden uitmaken voor alles wat rot

    > en lelijk is.

    Romeinen 11

    1 Dan is nu mijn vraag: heeft God zijn volk soms verstoten? Beslist niet. Ik (Paulus) ben immers zelf een Israëliet, een nakomeling van Abraham, afkomstig uit de stam Benjamin. 2 God heeft zijn volk, dat hij al van tevoren uitgekozen heeft, niet verstoten. Of weet u niet wat de Schrift over Elia zegt, hoe hij Israël bij God aanklaagt? 3 ‘Heer, uw profeten hebben ze gedood, uw altaren verwoest. Ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.’ 4 Maar hoe luidt het antwoord van God aan hem? ‘Ik heb zevenduizend mensen voor mijzelf in leven gelaten; die hebben niet voor Baäl geknield.’ 5 Zo is ook nu een klein deel over dat God uit genade uitgekozen heeft. 6 Maar wanneer ze uit genade zijn uitgekozen, dan is dat niet omdat ze de wet naleven, want in dat geval zou de genade geen genade meer zijn.

    7 Wat betekent dit alles? Wat Israël heeft nagestreefd, heeft het niet bereikt; alleen zij die zijn uitgekozen hebben het bereikt. De overigen werden onbuigzaam, 8 zoals ook geschreven staat: ‘God heeft hun geest verdoofd, hun ogen blind gemaakt en hun oren doof, tot op de dag van vandaag.’ 9 En David zegt: ‘Laat hun tafel een valstrik worden, een strik, een valkuil en een straf. 10 Laat het licht uit hun ogen verdwijnen, krom hun rug voorgoed.’ 11 Maar nu vraag ik weer: ze zijn toch niet gestruikeld om ten val te komen? Dat in geen geval, maar door hun overtreding konden de heidenen worden gered en daarop moesten zij afgunstig worden. 12 Maar als hun overtreding al een rijke gave voor de wereld is en hun falen een rijke gave voor de heidenen, hoeveel rijker zal dan de gave zijn wanneer zij zich allen hebben bekeerd. 13 Ik spreek nu tot degenen onder u die uit heidense volken komen. Zeker, ik ben een apostel voor de heidenen, maar ik schat mijn taak juist dáárom zo hoog 14 omdat ik hoop afgunst bij mijn volksgenoten op te wekken en een deel van hen te redden. 15 Als God de wereld met zich heeft verzoend toen hij hen verwierp, wat zal hij dan, wanneer hij hen opnieuw aanvaardt, anders teweegbrengen dan hun opstanding uit de dood? 16 Als een klein deel van het deeg aan God is gewijd, is al het andere deeg het ook; als de wortel aan God is gewijd, zijn de takken het ook. 17 En als nu sommige takken van de edele olijfboom zijn afgebroken en u, loten van een wilde olijfboom, tussen de overgebleven takken bent geënt en mag delen in de vruchtbaarheid van de wortel, 18 dan moet u zich niet boven de takken verheffen. Als u dat doet, moet u goed bedenken dat niet u de wortel draagt, maar de wortel u. 19 Maar nu zult u tegenwerpen: ‘Die takken zijn toch afgebroken zodat ik geënt kon worden?’ 20 Zeker, ze zijn afgebroken vanwege hun ongeloof en u dankt uw plaats aan uw geloof. Wees daarom echter niet hoogmoedig, maar heb ontzag voor God: 21 als hij de oorspronkelijke takken al niet heeft gespaard, zou hij u dan wel sparen? 22 Houd daarom voor ogen dat God niet alleen goed is, maar ook streng. Hij is streng voor wie gevallen zijn, maar goed voor u – als u tenminste trouw blijft aan zijn goedheid, want anders wordt ook u afgekapt. 23 En als de Israëlieten niet volharden in hun ongeloof, zullen ook zij worden geënt, want God is bij machte hen opnieuw te enten. 24 Immers, als u die van nature een tak van de wilde olijfboom bent, tegen de natuur in op de edele olijfboom bent geënt, hoeveel eerder zullen dan zij die er van nature bij horen, op die boom worden geënt!

    25 Er is, broeders en zusters, een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat. Slechts een deel van Israël werd onbuigzaam, en dat alleen tot het moment dat alle heidenen zijn toegetreden. 26 Dan zal heel Israël worden gered, zoals ook geschreven staat: ‘De redder zal uit Sion komen, en wentelt dan de schuld af van Jakobs nageslacht. 27 Dit is mijn verbond met hen, wanneer ik hun zonden wegneem.’ 28 Ze zijn Gods vijanden geworden opdat het evangelie aan u kon worden verkondigd, maar God blijft hen liefhebben omdat hij de aartsvaders heeft uitgekozen. 29 De genade die God schenkt neemt hij nooit terug, wanneer hij iemand roept maakt hij dat niet ongedaan. 30 Zoals u God eens ongehoorzaam was, maar door hun ongehoorzaamheid Gods barmhartigheid hebt ondervonden, 31 zo zijn zij nu ongehoorzaam om door de barmhartigheid die u ondervonden hebt, ook zelf barmhartigheid te ondervinden. 32 Want God heeft ieder mens uitgeleverd aan de ongehoorzaamheid, opdat hij voor ieder mens barmhartig kan zijn.

    33 Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. 34 ‘Wie kent de gedachten van de Heer, wie was ooit zijn raadsman? 35 Wie heeft hem iets gegeven dat door hem moest worden terugbetaald?’ 36 Alles is uit hem ontstaan, alles is door hem geschapen, alles heeft in hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen.

  • Stefan

    Het wordt door Hem.

    Ik las dit op internet, als naam van God; Het wordt door Hem.

    Vrij vertaald. Alles zeggend.

  • Eliyahu

    thomas Schreef:

    ——————————————————-

    > Het wordt door Hem.

    >

    > Ik las dit op internet, als naam van God; Het

    > wordt door Hem.

    >

    > Vrij vertaald. Alles zeggend.

    Bs'd

    Zo vrij vertaald dat het fout is, en dus nietszeggend.