1- De Bijbel is letterlijk het onfeilbare woord van God zelf. Inclusief de passages over de stilstaande zon en de platte aarde (Jezus verbleef onder meer op een berg waarvan hij de HELE aarde kon zien). En inclusief de bijbelse tegenspraken zoals de verhalen over de Opstanding.
2- De Bijbel is niet het woord van God maar de Bijbel zijn menselijke, dus feilbare woorden over de reële God en zijn reële zoon.
3- De Bijbel is een menselijke fantasie over de onbestaande God.
Deze drie visies, met hun diverse varianten, zijn hier rijkelijk vertegenwoordigd.
Mijn vraag is nu: hoe denken de biblicisten (aanhangers van visie 1) hun visie te kunnen onderbouwen? Deze vraag is des te prangender aangezien de biblicisten het onderling niet eens zijn. Neem het WTG versus de andere biblicisten.
En mijn andere vraag is: mag je als biblicist wel met een al te lomp strijkijzer de plooien in de Bijbel glad walsen?
Zelf hang ik met geheel mijn hart en hoofd visie 3 aan. Er zijn geen bewijzen dat er een God is, dat hij een zoon heeft en dat hij een Bijbel heeft geschreven of heeft geïnspireerd. En bewijzen zijn heilig.
Misschien kunnen we het onderling gehakketak eens vergeten en proberen af te wegen welke visie het sterkst onderbouwd is.