De bedelbrief van Paulus
Geplaatst op23 september, 2011 doorgoedgelovig
Iedereen die over de bedelbrieven van David Sörensen valt moet nodig de bedelbrief van Paulus in 2 Korinthe eens lezen, vindt GG-lezer ds. Pittig. Hij postte de nu volgende exegese, en zet kritische kanttekeningen bij de manipulatieve wijze waarop de onvolprezen apostel de Korinthiërs de collecte voor Jeruzalem door de strot duwt.
2 Korinthe Hoofdstuk 8
1 Broeders en zusters, wij willen u niet onthouden wat Gods genade tot stand heeft gebracht in de gemeenten van Macedonië: 2 ze zijn door ellende zwaar op de proef gesteld, maar vervuld van een overstelpende vreugde en ondanks hun grote armoede zeer vrijgevig. 3 Ik verzeker u dat ze naar vermogen hebben gegeven, ja, zelfs boven hun vermogen.
Oftewel: jullie moeten ook boven jullie vermogen geven!
4 Uit eigen beweging hebben ze ons dringend verzocht mee te mogen doen aan de collecte, waarmee de heiligen in Jeruzalem zullen worden ondersteund.
Zij deden het uit eigen beweging, maar jullie moet ik erom vragen!
5 En ze gaven aanzienlijk meer dan we hadden verwacht: door Gods wil gaven ze zichzelf in de eerste plaats aan de Heer, en vervolgens ook aan ons. 6 We hebben er dan ook bij Titus op aangedrongen dat hij dit goede werk, waarmee hij al bij u begonnen is, voltooit. 7 U blinkt in alles uit: in geloof, in kennis en welsprekendheid, in inzet op elk gebied, in de liefde die wij in u hebben gewekt – blink dus ook uit in dit goede werk.
Slijm, slijm. Jullie zijn zo goed bezig. Je wilt toch niet die goede weg teniet doen, door nu geen geld te geven? Let wel: de liefde die ze hebben is wel door Paulus in hen gewekt…
8 Ik zeg dit niet als een bevel; door op de inzet van anderen te wijzen wil ik nagaan of uw liefde oprecht is.
Of ze geld gaan geven op Paulus’ verzoek zal de test zijn waardoor hij kan zien of ze oprecht zijn! Dat moet je als moderne prediker eens hardop in een gemeente zeggen…!
9 Tenslotte kent u de liefde die onze Heer Jezus Christus heeft gegeven: hij was rijk, maar is omwille van u arm geworden opdat u door zijn armoede rijk zou worden.
Jezus heeft alles gegeven, dus waarom zouden jullie ook maar enige problemen hebben met het weggeven van een deel van al je bezit?
10 In uw eigen belang raad ik u het volgende aan.
Let wel: het is in hun eigen belang! Niet het belang van Paulus, of van Jeruzalem alleen, maar het gaat jou persoonlijk aan. Dit is geen vrijblijvende oproep!
U hebt al een jaar geleden uw goede bedoelingen getoond door met de collecte een begin te maken.
Ze hebben al wat gegeven, maar het is nog lang niet genoeg!
11 Rond deze nu met dezelfde inzet af als waarmee u begonnen bent, dan blijft het niet bij goede bedoelingen. Dus geef naar vermogen. 12 Als u bereid bent mee te doen, wordt niet verwacht dat u geeft van wat u niet hebt, maar van wat u hebt. 13 Het is niet de bedoeling dat u door anderen te helpen zelf in moeilijkheden raakt. Er moet evenwicht zijn. 14 Op dit moment lenigt u met uw overvloed de nood van de heiligen in Jeruzalem, zodat zij later met hun overvloed uw nood kunnen lenigen.
Paulus zit er hier helemaal naast met zijn voorspelling, want de gemeente in Jeruzalem is nooit meer groot en rijk geworden.
Zo is er evenwicht, 15 zoals ook geschreven staat: ‘Hij die meer had, had niet te veel; hij die minder had, had niet te weinig.’ 16 Ik dank God dat hij Titus net zo enthousiast over u heeft gemaakt als ik ben.
God is heel enthousiast over jullie! Jullie willen God toch niet teleurstellen? Jullie willen toch niet dat Hij niet meer enthousiast over jullie is?
17 Toen ik hem vroeg opnieuw naar u toe te gaan, bleek dat hij, geestdriftig, daartoe zelf al had besloten. 18 Wij sturen een broeder met hem mee die om zijn werk voor het evangelie door alle gemeenten geprezen wordt. … 24 Bewijs hun, en daarmee de gemeenten, dat u hen liefhebt en laat zien dat wij terecht zo trots op u zijn.
Oftewel: Jullie liefde zal alleen blijken als je geld geeft. En je wilt toch niet dat Paulus niet meer trots op jullie is?
Hoofdstuk 9
1 Eigenlijk hoef ik u niets te schrijven over de collecte voor de heiligen in Jeruzalem, 2 want ik weet dat u bereid bent mee te doen. Daarom kon ik vol trots tegen de Macedoniërs zeggen: ‘Achaje is vorig jaar al begonnen.’ Uw inzet heeft de meesten van hen tot navolging geprikkeld. 3 Ik stuur de broeders naar u toe om ervoor te zorgen dat we inderdaad trots op u kunnen zijn.
Nee, Paulus legt echt geen druk op hen. Hij stuurt mensen die het geld persoonlijk op komen halen. Zoiets als dat vandaag de dag mensen bij je op bezoek zouden komen om over “de financiën” te praten. Maar dat is toch geen druk?
Ik wil dat u ook werkelijk gereed bent, zoals ik heb gezegd. 4 Het mag niet zo zijn dat, wanneer een aantal Macedoniërs met mij meekomt, blijkt dat u nog niets hebt ingezameld. Die schande wil ik ons, beter gezegd: u, in deze zaak besparen.
Ik kom er ook slecht uit te zien, als ik mijn mooie woorden over de gemeente in Korinthe niet waar kan maken. Maar jullie zijn toch ook gehecht aan jullie goede naam?
5 Dus daarom vond ik het nodig de broeders te vragen vooruit te gaan. Dan kunnen ze de gift die u al hebt toegezegd, nog voor mijn komst inzamelen, zodat deze niet hoeft te worden bijeengeschraapt wanneer ik aankom, maar als een gulle gave klaarligt.
Ik wil niet van aangezicht tot aangezicht om geld smeken, maar laat graag anderen dat klusje voor me opknappen.
6 Bedenk dit: wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten.
Dus geef in geloof. God zal je alles veelvoudig teruggeven. Dit argument wordt vooral gebruikt in ultra-charismatische kringen. Opvallende overeenkomst?
7 Laat ieder zo veel geven als hij zelf besloten heeft, zonder tegenzin of dwang, want God heeft lief wie blijmoedig geeft.
Geef wat je wilt, je bent er helemaal vrij in, maar ondertussen heb ik al vele verzen lang op allerlei manieren geprobeerd je te laten merken dat het God enorm zal teleurstellen als je weinig of niets geeft, dat je mij zal teleurstellen en mij tot schande zal maken, dat je je eigen naam te grabbel gooit, dat Jezus alles gegeven heeft etc. etc. Maar je bent helemaal vrij! God heeft juist de blijmoedige gever lief! Dus al mijn gepraat en gemanipuleer moet je even weer vergeten, anders ben je geen blijmoedige gever meer.
8 God heeft de macht u te overstelpen met al zijn gaven, zodat u altijd en in alle opzichten voldoende voor uzelf hebt en ook nog ruimschoots kunt bijdragen aan allerlei goed werk. 9 Zo staat er geschreven: ‘Gul deelt hij uit aan de armen, zijn rechtvaardigheid houdt stand, voor altijd.’ 10 God, die zaad geeft om te zaaien en brood om te eten, zal ook u zaad geven en het laten ontkiemen, zodat uw vrijgevigheid een rijke oogst opbrengt. 11 U bent in ieder opzicht rijk geworden om in alles vrijgevig te kunnen zijn, en uw vrijgevigheid leidt door onze bemiddeling tot dankzegging aan God.
Om ervoor te zorgen dat jullie het geheel vrijwillig en blijmoedig en zonder dwang geven, kom ik nog weer met een aantal zeer dwingende argumenten. Geef en jou zal gegeven worden. Hoe meer je geeft, hoe rijker God je zal belonen!
12 Uw bijdrage aan de collecte heft immers niet alleen het gebrek van de heiligen in Jeruzalem op, maar leidt er bovendien toe dat ze God uitbundig danken. 13 Ze prijzen God omdat u er blijk van geeft gehoorzaam te zijn aan het evangelie van Christus, wat u bewijst door de ruimhartigheid waarmee u met hen en alle anderen wilt delen.
Dus: als je niet geeft, ben je ongehoorzaam aan het evangelie van Christus! Maar verder geen enkele dwang! En als je geeft zullen anderen God uitbundig danken. Maar verder geen enkele dwang!
14 In hun gebed voor u spreken ze hun verlangen naar u uit, omdat ze zien hoe overstelpend goed God voor u is geweest. 15 Laten we God danken voor zijn onbeschrijfelijk geschenk.
De gemeente in Jeruzalem rekent er dus al op. Maar laten we vooral God danken voor zijn grote geschenk, waarbij het geven van jouw geld toch in het niet valt. Dus hier met dat geld!
http://goedgelovig.wordpress.com/2011/09/23/de-bedelbrief-van-paulus/