1Heb de gerechtigheid lief, heersers van de arde. Koester zuivere gedachten over de Heer en zoek hem met een eerlijk geweten.

2 Wie hem niet tart zal hem vinden, en wie hem niet wantrouwt zal hem zien.

3 Misvattingen houden een mens bij God vandaan. dwazen kunnen zijn macht alleen tot hun eigen schande op de proef stellen.

4 De wijsheid zoekt geen onderkomen in een ziel die sluw is, ze woont niet in een lichaam dat door zonde wordt beheerst.

5 Als Gods Heilige Geest onderwijst ze mensen. Bedrog ontvlucht ze, onverstandig denken gaat ze uit de weg, waar onrecht opdoemt trekt ze zich terug.

6 De wijsheid is een geest die mensen liefheeft. Maar godslasteraars houdt ze verantwoordelijk voor hun woorden. God weet wat in hun binnenste leeft, hij ziet feilloos wat ze in gedachten hebben en hoort wat er uit hun mond komt.

{Uit het boek Wijsheid}