Doden en levenden bij Jezus’ komst
13 Broeders en zusters, wij willen u niet in onwetendheid laten over hen die ontslapen zijn, zodat u niet bedroefd bent zoals de andere mensen, die geen hoop hebben. Het lot van de doden
13 Over het lot van de overledenen willen we u niet in het onzekere laten, broeders en zusters. Er is geen reden voor u om te treuren, zoals voor de rest van de mensen. Want die hebben geen hoop. 13 Broeders en zusters, wij willen u niet in het ongewisse laten over de doden, zodat u niet hoeft te treuren, zoals zij die geen hoop hebben.
14 Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en weer opgestaan, dan zal God hen die in Jezus zijn ontslapen samen met Hem meevoeren. 14 Maar wij geloven toch dat Jezus gestorven is en uit de dood opgestaan? Dan volgt daaruit dat God degenen die als christenen zijn gestorven, samen met Jezus bij zich zal halen. 14 Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden naar zich toe zal leiden, samen met Jezus zelf.
15 En dit kunnen wij u meedelen volgens een woord van de Heer: wij die in leven blijven tot de komst van de Heer, wij zullen hen die ontslapen zijn in geen geval voorgaan. 15 We houden ons aan een woord van de Heer als we u zeggen: Wij die nog in leven blijven tot de komst van de Heer, hebben geen voorrang op de gestorvenen. 15 Wij zeggen u met een woord van de Heer: wij, die in leven blijven tot de komst van de Heer, zullen de doden in geen geval voorgaan.
16 Want wanneer het bevel gegeven wordt, als de stem van de aartsengel en de trompet van God weerklinken, dan zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen, en eerst zullen de doden opstaan die in Christus zijn; 16 Want wanneer het teken wordt gegeven, de aartsengel zijn stem verheft en Gods bazuin klinkt, zal de Heer zelf afdalen uit de hemel. Eerst staan dan de gestorven christenen op; 16 Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan,
17 daarna zullen wij die nog in leven zijn, tegelijk met hen in een oogwenk op de wolken in de lucht worden weggevoerd, de Heer tegemoet. En zo zullen wij voor altijd samen zijn met de Heer. 17 daarna worden wij die nog in leven zijn, samen met de verrezenen weggevoerd op de wolken in de lucht om de Heer te ontmoeten. Dan zullen we voor altijd bij de Heer zijn. 17 en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen op de wolken worden weggevoerd en gaan we in de lucht de Heer tegemoet. Dan zullen we altijd bij hem zijn.
18 Troost elkaar dus met deze woorden.