Steven Schreef:
——————————————————-
>
> > Mijn gezicht droeg een ruiker glimlachjes.
>
> ?
Mooi he?
Het is prachtig iemand te zien, met een welgemeende glimlach op zijn gezicht
dat gezicht straalt dan gewoon, als een veldboeket
>
> > Ik lachte toen ik merkte dat ik noch rijk noch arm
> > was.
>
> God roept niet op om een middenmoter te zijn
Waar staat dat dan?
> > Verlos mij, o Maker van alle werelden,
>
>
> We hebben verlossing zonden nodig en niet van de
> wereld.
>
Jawel, maar waar staat dat de schrijver verlost wil worden van de wereld dan?
> > opdat ik mag weten dat de woeste
> verschrikkingen
> > van de wereldse begoochelingen slechts dromen zijn.
> word wakker man en zie de aarde, hoe die om
> verlossing schreeuwt.
Precies Steven, de hele schepping beeft en zindert
de begoocheling is dat wij ons slechts op de verschijnselen richten
en niet op God
En dat maakt dat wij zondigen.
Daarop doelt de schrijver.
Goed van mij, dat ik dat zo begrijp he?
Baldu